Verlangen we naar community of familie?

Samen de taken op het land verdelen, kinderen die elkaar vermaken, talenten die elkaar aanvullen en samen de droom realiseren: De meeste mensen die ‘spiritueel’ zijn willen in een community wonen. De quote ‘’It takes a Village to raise a Child’’ vliegt je om je oren in de gemiddelde spiri-wiri setting van Tiny house villages tot retreate boerderijen. 

Een paar jaar geleden deelde ik deze droom nog. Ook ik wilde een stuk uitgedroogd land in Portugal kopen voor een habbekrats, waar dan de mensen die ik leuk vond dan een huisje of caravan op konden zetten. Toch kwam ik eenmaal door Portugal reizend terwijl ik alle opties afging, tot de conclusie dat het -voor mij – een regelrechte nachtmerrie was. De zwaarte van het leven in een community, alles met je handen van de grond af aan op bouwen en het ‘voor altijd’ met mensen die geen bloed van je zijn moeten kunnen uitzingen greep mij naar de keel. Helemaal in tijden van droogte, natuurrampen en familiedrama’s. Dus ik begon mij af te vragen: Wat is community eigenlijk voor mij?

UITREIKEN EN ONTVANGEN

Jarenlang heb ik moeite gehad met uitreiken, omdat ik bang was dat het toch niet beantwoord zou worden. In mijn familiesysteem lag de nadruk op een sterk individu worden: Ben je ziek? Kom maar naar huis als het echt niet gaat. Gek genoeg stopte mijn verlangen naar een community toen ik aan mezelf en mijn familiesysteem ging werken. Waarom? Mijn verlangen om beantwoord te worden op mijn uit te reiken werd vanuit mijn wortels vervuld. Mijn échte community werd gesterkt: Familie en beste vrienden. En daarna leek ik te ontwaken uit een koortsdroom: Alles wat dat niet was, bleek ruis en afleiding van dat wat echt belangrijk was, namelijk mijn familiesysteem.

FAMILIESYSTEEM

Achteraf denk ik dat als ik mij compleet had gericht op de droom van een community, ik het verlangen dat zich eigenlijk afspeelde in mijn familiesysteem nooit had opgelost. Ik had het simpelweg opgevuld met mensen die ook iets miste in hun familiesysteem, door de onderlinge afspraak dat we elkaars uitreiken moesten beantwoorden, maar de echte onderliggende leegte, die leegte, was altijd gebleven. Ook als ik mijn community met mijn beste vrienden had opgevuld. Ik had dan een bril op gehad die zoveel nadruk zou leggen op het alles halen uit mijn community dat alles erbuiten in mijn blinde vlek zou komen. Zo is iemand die ik ken uit zijn leef community gezet omdat hij teveel ‘autonomie’ had en niet over zijn eigen grenzen wilde gaan om anderen tegemoet te komen.

GOEDE BUREN

In de tijd van onze ouders was het heel normaal dat je buurvrouw even je kind uit school haalde in geval van nood, je een draadje uit je brievenbus had hangen of je bij elkaar aanklopte voor een schep suiker. Wat is er eigenlijk gebeurd met het oude gezegde liever een goede buur dan een verre vriend? De relaties tussen buren zijn de afgelopen decennia steeds zwakker geworden, zo heeft gemiddeld 70 procent van de mensen wekelijks contact met de buren. Mensen uit de stad geven – anders dan gedacht – bijna evenveel hulp aan hun buren als de mensen op het platteland. Kunnen we niet gewoon vaker uitreiken naar onze buren?

Tot mijn verbazing sprak ik een kennis die in een samengestelde community woont, regelmatig wordt er daar bij de vergaderingen geklaagd over dat ze als groep hechter zouden moeten zijn. Maar hoe ‘’ cool’’ het idee van deze samengestelde community ook is… Het blijven vreemden die bekenden zijn geworden omdat ze bij elkaar in een woonblok zijn gezet. Ik vraag mij dan ook af of je community eigenlijk kunt forceren op basis van wilskracht? Of is de gemiddelde studentenflat waar gelijkgestemden als magneten elkaar opzoeken, een geslaagdere vorm van community?

Ook daar merk je dat als mensen vaak ouder worden en zich richten op hun familiesysteem en ‘eigen gezin’ het contact verwaterd.

REDDERSYNDROOM

Wat mij in ieder geval wel is opgevallen, is dat de mensen die in een community willen wonen vaak ‘redders’ zijn van zichzelf, rotsen in de branding. Het idee dat ze ergens kunnen wonen waar ze de garantie hebben dat als ze over hun eigen grenzen gaan dat anderen hen ook zullen redden, geeft innerlijke rust. Maar het geeft ook veel onrust altijd afhankelijk te zijn van anderen. Je gaat voor elkaar over je eigen grenzen heen of bent veredelde buren, er lijkt geen middenweg te zijn. Dat is dus leuk als het collectief goed gaat en individueel op sommige vlakken niet zo lekker. Wat als er meerdere gezinnen zijn met grotere problemen? Wordt het dan één grote zwarte draaiklok? Wat is eigenlijk de reden dat de mensen die ik ken die in een community gewoond hebben altijd onderweg zijn of op lange termijn toch verhuizen?

COMMUNITY IN HET BUITENLAND

In andere landen is het ‘liever een goede buur dan een verre vriend’ principe wel nog erg levend. Maar ook het leven als stam in community. In veel landen vergroot het je kans op overleven, simpelweg omdat iedereen gewassen en diensten met elkaar uitwisselt en zo samen een oogje in het zijl houden bij de oudsten van de community, ook de kerk speelt daarin vaak nog een belangrijke rol. In Nederland is iedereen steeds meer op zichzelf en leven we steeds meer vanuit standje overleven, we reiken steeds minder uit. Ook als we ‘spiritueel’ leven, zijn we vaak drukker bezig met de online poppenkast dan het daadwerkelijk offline spiritueel’ aanwezig zijn in ons eigen leven. Is het echte verlangen soms uit onze overlevingsstand te kunnen, omdat het uitreiken eindelijk beantwoord wordt?

JE ZENUWSTELSEL STAAT WORDT GEVORMD DOOR JE OMGEVING

Regelmatig merk ik dat als ik weer eens aansluit bij een groepssessie, ik aan het einde in de war ben of het mij nou innerlijke rust heeft gebracht of juist de boel in de war heeft gegooid door alle processen van mensen om mij heen die ik nooit vrijwillig bij elkaar zou hebben uitgezocht. 

En op die manier krijg ik niet alleen een inprenting van die ene vriendin die er stiekem de kantjes vanaf loopt, mijn vriend die eigenlijk te veel hooi op zijn vork heeft genomen, maar ook van die vrouw die hard in een trauma respons schoot tijdens die groepssessie. Het lijkt alsof onze drang om vervuld te worden regelmatig sterker is dan ons af te zonderen van de mogelijke consequenties van het omringen met. We zijn vaak bang om alleen te zijn en op onszelf te reflecteren en willen continue omringd zijn met anderen.

Periodes in een community leven is vaak fijn omdat zodra je weer alleen bent je jouw zenuwstelsel weer kunt reguleren en tot rust kunt komen. Alleen moet je bij het leven in een community de volgende dag vaak weer samen de taken verdelen. Alle verantwoordelijkheid die je hebt in jouw familie, heb je ineens ook met een groep mensen die dat niet zijn. Hoe meer ik mij verdiep, hoe meer ik mij besef dat je het moet zien als je ‘extra familie’ en dat je dus ook overbelast kan raken door alle lasten die je naast de vreugde en wat je oogst met elkaar deelt.

Nou lijkt het mij heerlijk – begrijp me niet verkeerd – om samen te creëren, ontdekken en voortleven. Je kunt zo ontzettend veel leren van het periodiek leven in community met mensen die niet tot je inner cirkel horen. Maar ik geloof inmiddels niet meer dat het een roze wolk voor de rest van je leven is: Je idealen, levensfases en zelfs spirituele overtuigingen veranderen je leven lang. Ik denk dat je de hele tijd samen weer moet overleggen en passen wat klopt en wat niet. En óók dat er dan heel vaak de conclusie volgt dat omdat je gillende pubers, een onweerstaanbare drang naar fastfood of inmiddels tot Christen bent bekeerd het helemaal niet meer klopt om je tijd te vullen met het kweken van reiki ingestraalde aubergines met je – ooit zo ontzettend – gelijkgestemden. De kans dat je je partner ontgroeit, is tenslotte bijvoorbeeld veel kleiner dan een groep mensen.

COMMUNITY DAARVOOR HOEF JE NIET SAMEN TE WONEN

Het feit dat ik persoonlijk – je hoeft het niet met mij eens te zijn hé – niet meer geloof in community betekent niet dat ik niet geloof in samenzijn. Voor mij is er alleen heel veel veranderd toen ik mij echt volledig ging toewijden aan mijn familiesysteem. Alles wat opvulling was om dat niet aan te hoeven gaan, maakte bij mij op lange termijn meer stuk.

Net zoals dat ik geloof dat het praten met potentiële levenspartners over onderwerpen waar je niet met je partner over kunt praten een vorm van vreemdgaan is, omdat je die leegte samen hoort aan te gaan, geloof ik ook dat het kiezen van een andere community dan je ‘eigen’ een vorm van vermijding is. Praten met een moederfiguur over je moeder, met een vriendin die voelt als een zus over je zus en dat die je dan wél die gewenste reactie geeft, is een tijdelijke pleister, maar de wond blijft totdat je hem geneest. De gedachte dat community een utopie is, ben ik dus inmiddels voorbij.

Sinds ik mij volledig richt op mijn familiesysteem en beste vrienden voel ik mij meer gezien en gehoord dan ik ooit in welke vorm van community dan ook heb gevoeld. Mijn eigen conclusie is dan ook: Jouw community ligt voor je neus en hoef je niet te zoeken of samen te stellen.

Wat is community voor jou?  Als je over deze column wilt meepraten, stuur me dan een DM via Instagram of zet een reactie onder deze column. De dingen die ik heb opgeschreven, zijn enkel mijn bevindingen. Ik sta altijd open voor nieuwe en/of andere perspectieven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *