Rond de laatste volle maan werd ik s’ochtends wakker en voelde plots alles anders. Na maanden hard werken en de tijd nemen voor het verwerken van oud zeer, dacht ik dat er iets groots op me afkwam. Het was een soort opbouwende elektriciteit die me naar een hoogtepunt zou brengen, een groot succes of een grote domper. Maar vanaf die ochtend was alles anders. Het voelde leeg en stil, niet door gebrek aan gedachten, maar door een diep besef dat zomaar ineens in mijn lichaam ‘klikte’. Niets leek opeens nog belangrijker dan het moment zelf. Ik besefte ineens op diepere lagen weer waarom ik voor dit leven op Sardinië had gekozen: om te ademen, te lachen, te genieten van de natuur, en te doen wat me blij maakt. Niets meer en niets minder.
We werken soms toe naar iets groots, iets ingewikkelds, iets spiritueels dat ons uit de dagelijkse sleur haalt. Iets wat ons bestaan groot van betekenis maakt. En dan is het gewoon grappig (en ja, ook ronduit irritant) hoe sommige van de meest waardevolle levenslessen zo belachelijk simpel zijn. Ze zijn altijd om je heen, altijd voor de hand liggend, maar we zien ze niet als we zoeken naar diepzinnige antwoorden.
Hiervoor was de kracht van verstilling nodig. Even stoppen, ademhalen, stil staan voordat je de automatische piloot aanzet en weer in je dagelijkse sleur terechtkomt. Dit is zonder twijfel vaak de sleutel tot echte verandering, en het klinkt zoveel eenvoudiger dan het eigenlijk is.